Aandacht

Wat mooi en goed is, is dat er inmiddels ruime aandacht is voor, laten we ze gemakshalve, psychische aandoeningen, noemen.
–Er is redelijk veel, goeie info te vinden over ADHD, ADD en Autisme (-spectrum) te vinden, en inmiddels gaat het ook vaak over narcisme.Alhoewel het bij die laatste vaak vooral over de slachtoffers ervan, en narcisten nogal zwart/wit worden afgeschilderd, als een soort sociopaten, dan wel psychopaten.

Er lijkt ook hele langzame kentering te zijn dat er meer aandacht voor slachtoffers is. Het lastige is dan weer wel het nadeel dat jan(s) en alleman (vrouw) met etiketten smijt, en diagnoses ventileert.
En een deel zichzelf afficheert als één van de A’s, zonder reden.

Vervelend genoeg heb ik geen van de A’s, en ben zeker geen narcist. Mijn diagnose is niet de meest sympathieke, en er zullen weinig mensen mee willen koketteren, denk ik. Als ik en mijn mede-lijders benoemd worden, is het vrijwel altijd in het negatieve, de woedeaanvallen, de drang tot (zelf) vernietiging en het claimende gedrag.
I hate you, don’t leave me, is onze lijfspreuk.

Het is moeilijk daar begrip, of alleen maar sympathie voor te vinden. En als dan één van de symptomen ook nog een gruwelijk eenzaamheidsgevoel is, een onopvulbare leegte, dan wordt dat juist een zichzelf versterkend iets. Gelukkig smijt er zich dan een zwarte depressie in, ondanks pillen.

Deel 2, het vervolg

Ik belde het bedrijf van ventje en die moesten wel lachen, en zouden het aankaarten. Half uurtje later kwam hij terug met een senior-medewerker die ook al het doucheraampje had gemeten en die er al was toen we weeral eens gerenoveerd werden, en wist van de Konijnen en vroeg hoe het was.

Uiteraard kon er een afspraak worden gemaakt, de volgende morgen zou ventje om 10 terugkomen voor het inmeten. Ventje kwam keurig op tijd en mat alles in, behalve het trapraam, want daar hangt een blauwe glasplaat voor, en die zat in de weg en ik zei pak de ladder, maar dat deed hij niet.

Toen begon hij ineens dat het toch wel jammer was dat ze met zijn 2en terug moesten komen omdat ik de deur dicht had gedaan. Heel jammer, beaamde ik. Hij had bij niemand problemen gehad, alleen hier. En vertelde vervolgens over de mensen waar hij was geweest en die an automutilatie deden en dat dus de psych bij de inmeting was geweest, en anderen die eerst lelijk deden want kamp, maar daarna mocht hij op de BBQ komen, hele levensverhalen en ik wist wie hij bedoelde, en viel om.

Hij had nog een heel kletsverhaal over een ongeluk en dat hij had gerevalideerd vanwege NAH (niet aangeboren hersenletsel) en daar veel mensen had gezien en had geleerd hoe hij moest omgaan met mensen, namelijk door ze net zo te behandelen als je zelf behandeld wil worden.
Ik dacht laat ik eens iets proberen uit te leggen over hoe mijn hoofd werkt, en eindigde met dat ik op bepaalde momenten iets niet kan.

U bedoelt dat u het niet wil, zei hij. Toen zei ik op, echt waar, uiterst beschaafde toon: nu ga je te ver.
Hij schrok zich wild en ging, met zijn mapje, onder zijn arm.

Straattherapeut

Maanden geleden kregen we dan een brief dat de woningbouw niks als nieuwe ruiten en schilders en opmeten en wat al niet ging doen. Ergens ooit zou dat gebeuren, en verdomd, 2 weken geleden komt een heer met een ladder het “badkamerraam” opmeten (het zou beter het bovenmoerdijkse douchecel, genoemd worden, onze riante badkamer.)
O, klaar denk je dan en ooit komt er wel een ruitje.

Maandagochtend gaat dan de bel, en de wasmachine is tegelijk ook verstopt, terwijl er duizend andere dingen moeten. Dus loop ik, ook door verslapen, nog in mijn ochtendjas, want het uur van de zomertijd is nog niet helemaal doorgedrongen.
Een joch met een map. Keurige gelharen, veel te grote voeten, en hij is het bedrijf en komt nu de ramen opmeten.
Ik roep blij dat dat NU niet uitkomt, kan je over een uurtje terugkomen?

Dat kan hij niet. Het moet NU. Nou dat gaat niet, zeur ik. U bent het laatste huis en ik moet alles gemeten hebben en de buurman is er ook nooit.
Weet je, er werken wel eens mensen, die niet op een meetknaapje zitten te wachten, zeik ik, geïrriteerd nu.

Ik ben hier ook al verschillende keren aan de deur geweest, maar er wordt niet opengedaan.
“er wordt niet opengedaan”? Wat wil je daar mee insinueren? En dan daarbij kijk: een brievenbus daar kan je een briefje indoen.
Dat doen wij nooit.

Dus jullie maken geen afspraken, en doen geen kaartje in de bus? Bellen jullie ooit? Nee, want ik mag niet met telefoonnummers over straat.
Ik ben het zat en doe de deur dicht.

Wordt vervolgd

Oogdruppels

Jeukende ogen door die verdomde pollen. Nieuwe oogdruppels, want maar een maand houdbaar. Het doosje zit in een dichtgenietzakje.
Vloekend scheur ik dat open.
Het doosje is dichtgeplakt met een plakbandje wat bestand is tegen de nagelvijl. Schaartje dan.
Het flesje blijft niet in de bijsluiter hangen, zegening 1.
Het flesje zit dichtgelast (?) met een ring die fatsoenlijke mensen dan gewoon loskrijgen door te draaien, net als de spa.
Ik ben geen fatsoenlijke mensen met 1 halflamme hand.
Schaartje moet nu ring lossnijden van veel te klein flesje, en schaartje moet niet in mijn poten hakken want dan bloeden de bloedverdunners overal heen.
Schaartje snijdt ring los.
De eerste druppel gaat toevallig naadloos mijn oog in, zegening 2.
De andere kant krijgt de toegekeerde wang 3 druppels en dan een halve, woedendgeknepen flesje in heur oog.

Nu jeuken ze minder, dat wel, zegening 3.

Vergeten

Ik heb dan een broer, of eigenlijk 3 broeren, maar die ene vergeet altijd alles en maakt dubbele afspraken. Vergeet beloftes, vergeet afspraken, alles.
Hij komt er al heel zijn leven mee weg, door de grote truc van Het Mokken.
Verwijt hem een verbroken belofte, hij wordt kwaad en gaat mokken. Spreek hem aan op een niet nagekomen afspraak, hij gaat mokken.
En mensen die mokken moeten weer gepaaid worden, zo gaat dat in zijn soort wereld, en zo kom je overal mee weg.

Ik heb ook wel vriendinnen gehad die alles vergaten, en na een tijdje houd ik dat niet meer vol. Ook eeentje, die heel blij alles vergeet, gooit het op de ADHD en hopsa! Het vervelende is wel, dat ik dan steeds een probleem had, of 100 keer moest vragen of ze het wilde doen. En dan ging het om iets praktisch wat ik zelf niet (goed) kon, en dan ben je dus helemaal de sjaak.

Ik heb daar zo geen zin meer in. Het is gewoon onvolwassen, stom puberaal gedrag. Zeker dat fucking mokken, maar ook je ADHD ertegenaan gooien als excuus. Me dunkt als je daar van bewust bent, dat je dan probeert er iets mee te doen, of om te beginnen nooit meer iets afspreekt.

Ik ben dan wel van plan om broer Bee met zijn verjaardag wat koffiemokken te sturen, met nog vele jaren mokplezier derop.

Dooie Oom

Facebook heeft soms nut, ik kwam erachter dat (ik denk) mijn laatste oom dood is. Ik meen dat er nu nog 2 afgrijselijke tantes zijn, de weduwe van deze en een andere die mijn vader beschuldigde van nazipraktijken terwijl het kreng van amper na of in de oorlog is, dus niks weet.

Maar de dooie oom was dus 1 van de incesters in die familie. Mijn moeders familie waren alleen zussen en 1 broer die diep “zwakzinnig” was. Op 2 na zijn al die zussen dus met kwallen getrouwd. Van die jolige mannen met enge losse handjes, en 1 had dan wel geen losse handjes maar was gewoon een homofobe klootzak en gelukkig dement geworden, zodat zijn zoon eindelijk uit de kast kon komen.

Toen mijn tante in het ziekenhuis lag na de 3e bevalling, was het aan mij, 15 jarige, bij hun, op de 2 andere te passen. Op zichzelf ging dat goed, ik deed dat vaker, als ze naar een feestje gingen ofzo. Die 2 kindjes waren leuk.

Maar toen kwam er een avond, mijn oom ging in de douche en of ik even meeging om zijn haar te wassen, samen in de douche. Ik zei nee. Dat ik niet zo flauw moest doen, en preuts en ik zei Nee. Ik hield mijn tranen binnen en mijn smoel op neutraal. Doe niet zo chagrijnig en kom nou mee. Nee. Uiteindelijk deed hij dan een zwembroek aan, en moest ik dan zijn haar wassen, op de drempel met al mijn kleertjes nog aan. Hij zal zich daarna dan wel afgerukt hebben.

Het ergste was, dat ze me het niet lieten vergeten. Waar iedereen bij was, werd dit als hilarisch verhaal verteld. Hoe flauw ik was. Ik had per ongeluk ook een schoon maandverband in hun plee laten liggen, en dat was helemaal hilarisch. “Als het een vuile was geweest, had ik hem op een gebaksbordje opgediend, ” riep incest-Dick.
Mijn moeder lachte dan mee, mijn vader was geshockeerd en deed niks, en ik ging er vandoor.

Gelukkig ben ik altijd en nog, goed in tranen inslikken en angst en verdriet om te zetten in woede.

Stokkenarmpjes, the prequel.

16 november 2016

Buuf heur rits van heur jas en de rits van mijn peignoir (zwart namaakfluweel, wat eigenlijk, o, ja, velours heet) waren kapot. De jassen zelf waren nog intact, en uw Chiepje is niet van zinloos weggooien, maar door die tievushand kan ik veel niet meer, maar er is een repair café, tegenwoordig. En Kira had op dag 2 al de stofzuiger gemold (Cat and Dog!) dus de ritsen eruit getornd, wat lukte en met de hele zooi naar dat café heen, wat gewoon in Het Goed zit.
Allerlei mensen voor mij, iemand met een cassetterecordertje waarmee ik vroegah liedjes van piratenzender Veronica opnam (don’t cry for me Argentina), maar bandjes en niet gedigitaliseerd.
Ik was aan de beurt bij de naaimevroi. Een tanig mensje met stokkenarmpjes en een pruimenbekje. Ik liet Buufs jas en de rits zien, en er waren allerlei bezwaren, want door de drukknopen kon je de rits er niet meer tussen werken, want die lieve chinese meisjes hadden eerst rits en toen drukkers gedaan (en hopelijk toen geld gekregen en gaan slapen) en er hingen nog draadsjesj aan van het tornen, fluisterde ze.
Ik legde 17 keer uit dat het een werkjas was, dus het niet om het mooi ging maar om het dichtkunnen. Ze greep me intiem bij mijn spekbiceps met heur tanige barbiehandje, en trok me naar zich toe, en lispelde:
“maar ik wil u toch ook even sjeggen dat deze jasj heel viesj is.”
Toen wou ik die stokkenarmpjes en dat stokkennekje door de midden breken en gillend die uitgetornde rits om haar keel draaien en alles met mandarijnen bekogelen. Ik heb hard geslikt en de jas in de tas gedaan voor een zogenaamde wasbeurt (die die al gehad had), en ik ga het GODVERDOMME zelf wel doen.

Stokkenarmpjes

Ik moest dan naar dat ziekenhuis voor controle, en daar hebben ze bedacht dat je je kan aanmelden aan “zuilen” en dan gaat alles sneller want bij de orthopeed hoef je nog maar aan 1 andere zuil te melden en dan begint het lange wachten, gewoon.
Voorheen kon je beneden gewoon doorlopen, maar efficiency is our middle names, en bij het Maxima hebben ze het ook, en dat is langs ASML, die liefst willen dat het daar weggaat voor hun grondverslindende chips.

Ik loop naar binnen, beetje wazig kijkend waar een zuil vrij is, en meteen komt er een mevrouw op me af. Een zuilenvrijwilligster, die aan de mensen moet uitleggen Hoe Het Moet.
“Kijk, daar moet u zijn,”lispelt ze.
Ik zeg beschaafd dat ik het al weet en alles maar ze lispelt met me mee om over mijn schouder te willen kijken wie ik ben en waarom en wat er loos is. En ondertussen maar lispelen.En dan zie ik het.

Stokkenarmpjes.

Ik word achtervolgd door stokkenarmpjes. Overal zijn ze, en overal lispelen ze. Ze doen dan dientbaar, en behulpzaam, en vermoedelijk zit er thuis een dikke, bierdrinkende man, die de armpjes het liefst, KRAK!, door de midden wil breken, maar hij is uitgeblust door het gelispel.
En door de dienstbaarheid, natuurlijk.

Social media

Het was leuk, een hele tijd, Twitter en FB enzo, zelfs Mastodon is al op het randje. Wat je bij Twitter en inmiddels ook Mastodon ziet, zijn een enorme club zelfbenoemde experts, die mega-irritant zijn, maar ook erg veel journalisten en alles, die zich onder rapalje begeven, maar alleen met elkaar interactie doen. En uiteindelijk is het dan aldoor dezelfde inteelt kliek, moedigen ze elkaar aan, sabelen ze anderen neer, en dat blijft maar doorgaan.

Vaak veel fophef om niks, alleen maar om hun meningen te blaten en dan verder een leegheid.Hoe reselijk al die arme mensen, en dan gaan ze liefdadig doen met halfbedorven vretens, ouwe koleren, en vooral veel tips en dan dankbaarheid verwachten.

Op FB is ook zelfbenoemde experts maar die kan je makkelijker mijden, of gewoon uit je vriendenkring smijten.
Maar, een beetje sorry dat ik het zeg, ik ben ook de lieve plaatjes en de mooie foto’s beu. En al die fucking cultuur. Althans, die cultuur waar alleman dan weer een mening over moet hebben, die vervloekte meningen. En in de comments gaat het dan altijd over ik, ik, ik, alsof iemand dat een hol kan schelen.

Bij de zielige dierenpagina’s ook, I donated! I donated more!! I hartje alles!! O, the good god blablablabla.

Ik donateerde ook en houd daar verder mijn smoel over: doe wel en zie niet om, en moei niet met hoe men het besteedt.

Ik vindt het leuk om te lezen waar mensen mee bezig zijn, waarom en hoe. En dan niet alleen een stome duim deronder maar juist in de comments nog erover doorpraten op een mooie manier, zonder weeral zo’n trol, die je bij een ander niet mag afzeiken, want je bent visite.

(Ik was aan het fucking dit en dat op Mastodon en toen zei zo’n zeverkut met stokkenarmpje: Je bent hier niet op Twitter! Fucking stinkkut)

Buurman

We zijn maar een kleine straat, 64 huizen en dat wat hoekhuizen de we gulzig meetellen, dan lijkt het nog wat.
Zelfs mensen van 2 straten verderop kennen deze straat niet, alhoewel de Dealer er wel alles aan doet mensen de weg beter te laten vinden.
Op de hoeken tegenover mij woont een Marokkaanse man, die altijd een kat had en keiaardig is. Die kat was bij hem aan komen lopen in de tijd dat Gijs hier introk, dus hoorden ze misschien bij elkaar, en dat schept een band.

Gisteren kwam hij net terug van de Heijn toen ik efkes weg moest, Hoe is het Buurvrouw, ja, klote en jij?

Keurig op 2 meter, wij. Bij de Heijn, vertelde hij, stond een man veel te dichtbij, en hij vroeg of die man beetje weg wilde gaan, en werd, uiteraard, overstelpt met:Flauwekul! en dergelijke zeik meer. Gelukkig was er iemand van de Heijn die had gezegd dat hij gelijk had en die man beetje afstand moest houden.

Ik vroeg of hij niet boos was. Ja, eigenlijk wel, maar hij wilde niet aandringen want dan zou het weer worden van: Altijd die buitenlanders met hun grote mond.

Fijn land zijn we toch.