Ik was even naar de Heijn, ‘s morgens, want dan zijn wij (half) invaliden nog een beetje minder ongewenst zijn dan tijdens de rest van de dag. Bij de appelflppen hangen van die rottige plastic zakjes om ze in te doen. Voorheen met friemeltouwtjes, nu met een soort handvatjes.
Ik godver 2 flappen in dat kolerenzakje en vraag de mevroi achter de broodbalie of zij het dicht wil maken.
Ik probeer het over een immense afstand aan te reiken, met links, en dat lukt niet goed en ze raakt geïrriteerd.
“Mevrouw, die 2 handvatjes zijn om het zakje mee dicht te knopen.”
Ja, maar dat kán ik dus niet. En ze zeggen hier altijd dat je het gewoon moet vragen, als je het niet kan.
“Ja, en dan geven we dus gewoon antwoord.”
ik laat haar mijn kromme klauw zien en zeg uiterst lieftallig: ja, en dan krijg je soms onverwachte antwoorden weer terug, hè.
Ik douw haar niet met haar hoerige tievussmoel door de broodsnijmachine, maar dat was omdat ik met Buuf gauw flapjes wilde gaan eten onder het senseomoment.
Geen leuke ervaring, maar ik moest wel lachen 🙂